We zijn er ons als kerk van bewust dat het grootste gedeelte van de bevolking het wel gehad heeft met “kerk”. We moeten het niet onder stoelen of banken steken, iedereen zal wel wat persoonlijks meegemaakt hebben of nieuws opgevangen hebben over al wat er gebeurd rondom de kerk, in de kerk en met betrokkenheid van de kerk.
Spijtig genoeg wordt die blaam uitgesmeerd over elke kerk en lijden ook de kerken eronder die moeite doen om een rijkdom te zijn voor de gemeenschap.
Wanneer we spreken over de Bethelkerk dan kunnen we zeggen dat dit meer is dan enkel maar een kerk. OPGELET we spreken dan niet over een perfecte kerk, want overal waar mensen zijn kan het mis lopen. Maar we kunnen zeggen dat we meer zijn dan enkel maar een kerk.
De Bethelkerk kan een levende gemeenschap genoemd worden. Een groep van mensen die niet alleen op zondag samenkomt, maar ook door de week tijd vrij maakt een handje toe te steken om een rijkdom te zijn voor de kerk zelf en voor de gemeenschap.
We mogen zeggen dat het ook een plaats is waar mensen een tweede, soms derde en vierde kans krijgen. Mensen die soms met een verleden rondlopen waar je vragen kan bij stellen, maar die toch hun plaats kunnen vinden en het beste kunnen maken van hun tweede of meerdere kans.
Is dat dan niet wat kerk zijn is? Is dat dan niet hetgeen we geloven en wat we zouden moeten naleven? Is dat niet wat Jezus deed; in het midden zitten van een groep mensen die door de maatschappij soms werd aan de kant gezet? Mensen waarbij je soms veel vraagtekens kon zetten bij hun leven. Hij gaf toch ook de mensen rondom zich een tweede kans?
Dat is ook het beeld van de Bethelkerk. Een kerk waar je jezelf mag zijn, je een tweede of meerder kans krijgt. Een kerk die een rijkdom zoekt te zijn rondom zich en naar de gemeenschap toe. Een groep imperfecte mensen die samenkomen en er het beste van maken. Een kerk die ernaar streeft een voorbeeld te zijn en een verschil te maken, zoals Jezus een voorbeeld was en een verschil maakte.